Voordat u dit begint te lezen, wil ik melden dat ik over zonnepanelen beschikt. Dus, ongeacht mijn inspanning om onpartedig te blijven, kan ik niet garanderen dat ik erin slaag.
Om het onderwerp ten gronde aan te paken moeten we eerst kijken naar hoe de markt vandaag georganiseerd is omtrent de energie uitwisselingen tussen het net en de end user, anders komen we vlug in een ja/nen discussie terecht.
Om verwarring te vermijden laten we beginnen met 2 belangrijke concepten: de afname en de injectie. De afname, over een tijdsvenster, is de energie die van het net afgenomen wordt en naar de end user gaat. De injectie, over een tijdsvenster, is de energie die vanuit de end user installatie in het netwerk geïnjecteerd wordt. Deze 2 begrippen zijn niet gelijk aan het verbruik of de productie, bv. als een end user over een eigen productiemiddel beschikt, zal dit (op zijn minst een deel van) zijn verbruik voeden, zodat de afname kleiner (of nul) wordt. Als deze productie op bepaalde momenten hoger komt dan het verbruik, zal de rest naar het net geïnjecteerd worden. Natuurlijk als er geen loklale productie staat, is het verbruik gelijk aan de afname. Eigenlijk zou ik hierbij ook moeten toevoegen ‘en geen loklale stockage (bv. in batterijen), maar de batterijen kunnen alléén een tijdsverschuiving realiseren tussen verbruik en afname (bv. opladen gedurende de nacht voor verbruik over dag).
Een situatie kan dus ontstaaan waarbij, over een bepaalde periode (bv. een jaar) de totale productie gelijk is aan het totale verbruik, terwijl de afname niet nul. Dit kan maar als de productie niet gelijktijdig loopt met het verbruik. Maar hoe kunnen we weten of er gelijktijdigheid aanwezig is ? of anders gezegd, hoe kunnen de afname en de injectie bepaald worden als we alléén over het verschil tussen 2 meter opnames beschikken (bv. over een tijdspanne van een jaar)? en welk belang heeft dit ?
Deze laatste vraag is natuurlijk de hamvraag, de 2 andere komen maar aan bod als die beantwoord is. Eigenlijk, een netwerk aansluiting werd ooit door een bedrijf aangelegd. Dit heeft geld gekost. Verder, ieder geniet van een stabiel net (frequentie en spanning binnen een vastbepaald vork, continuiteit van de dienst, buiten (in principe) uitzonderlijke periodes van net uitval, die soms op nieuws komen). Dit kost ook geld. En na een zekere tijd (iets om de 30 jaar) zal het net moeten vernieuwd worden. Die 3 kostcomponenten (investering, exploitatie en afschrijving), zijn in alle sectoren aanwezig. Het bedrjf (netbedrijf) die deze kosten gemaakt heeft moet deze terugwinnen, plus een aanvaardbare vergoeding voor de aandeelhouders. Normal business. Maar hoe ? ja door ze door de netgebruikers te laten betalen, ja, maar op welke basis ?
Het verbruik zou het directe antwoord zijn. Peieiei…eit. Het vrebruik ? we zijn begonnen met de begrippen afname en injectie, want verbruik wordt een concept (geen realiteit) bij aanwezigheid van lokale productie. Bovendien, zouden verbruik (zonder lokale prodcutie) – afname – injectie, allemaal energie termen, de juiste maatstaf zijn om de gemaakte kosten terug te betalen ?
Laten we maar eventjes duiken in deze gemaakte kosten. Voor de investering komen aan bod: de kabels (kost gerelateerd aan hun doorsnede), de kabines (transformatoren (kost gerelateerd aan hun volume), de zekeringsuitrustingen), de graafkosten, de kost van de mankracht bij het aanleggen (inclusief voorgaande studie en vergunningen papierwinkel). Geen enkele van deze is gedreven door de energie die door de het net vloeit. De kosten van de kabels en kabines zijn wel gedreven door het maximal vermogen die erdoor kan beleverd worden (maar vermogen en energie zijn 2 totaal verschillende zaken). De andere kosten zijn zeer beperkt tot helemaal niet gerelateerd aan een energie of vermogen term (je moet breder en dieper graven voor dikkere kabels), buiten de netverliezen (die ontstaan door de, hoe dan ook kleine, weerstand van de kabels en opwarming van de transformatoren).
Opgelet: wat hier ter sprake komt zijn de netkosten, uitsluitend alle andere kosten zoals de kost van de energie door de leverancier aangerekend (die wel energie gerelateerd is) en de taksen die op de energie geheft worden. De netkosten, die ons gefactureerd worden, houden voor een omstandig deel ook taksen, deze elementen komen in dit artikel niet aan bod. Idem dito voor de groene certificaten kosten, die ook taksen zijn, hoe dan ook ze door de regulatoren verplicht gemeld worden onder de noemer energie levering. Terloops gezegd, is het deze groene certificaten kosten die onze facturen het meest deden stijgen over de laatste jaren. Ja, om de zonnepanelen te betalen zeker ? wel nee, wees niet naïf, als er geen enkel zonnepanneel ooit geïnstaleerd werd, had die taks ook bestaan en even duur geweest omwille van de CO2 vermindering verplichtingen, maar dit is een ander debaat.
Dus, de zuivere netkosten zijn zo goed als helemeaal niet geraleteerd aan de energie termen en maar weinig aan het aansluitingsvermogen. Hoe komt het dus dat de netkosten, voor de particulieren en kleine bedrijven, opgesteld worden i.f.v. energie termen ? Het is een erfenis uit de tijd van de monopolie, waarin de vertikale integratie van productie (de centrales) en net (transmissie en distributie) bestond. In de vroege jaren van de vertikaal geïntregreerde elektriciteitsnetten was de energie de dominante kostterm. Naast een reeks van zeer variëerde andere kosten, waarvoor een verdeel sleutel vaak moeilijk tot onmogelijk te vinden was, was de energieterm de meest relevante term in de vergelijking die leidt tot het bepalen van de totale kosten. En dit is zo gebleven, ook na de liberalisatie (en ontbundeling) van de sector, tot nu toe. We hebben allemaal het moeilijk om van onze gewoonte af te raken, doch voor 2019 zijn er wijzigingen aangekondigd (nog niet goedgekeurd, op zijn minst officiëel): de capacitietstarief. Een onzin qua woord, onduidelijker kon gevonden worden … maar het had zeer moeilijk geweest. Eigenlijk met die wijziging zullen de netkosten voor een deel op de aanlsuitingsvermogen gebaseerd worden (de kosten van het net) en voor een deel op de afgenomen energie (taksen, die geen netkosten zijn maar worden wel onder die noemer bekend). Er is zo veel te vertellen dat ik het moeilijk heb om op het onderwerp van dit artikel geconcentreerd te blijven, sorry.
Dus, huidig zijn voor de particulieren de netkosten gebaseerd op energie termen (buiten de tel- en meet- activiteit, die per dag aangerekend wordt, maar die zo goed als verwaarloosbaar is in het verhaal). Zeer eenvoudig, voor de allergrootste meerderheid van de tellers (99,2% of zoiets), is de afgenomen energie bepaald vanuit het verschil tussen 2 opeenvolgende meter opnames en deze energie is de maatstaf voor de aanrekening van de netkosten.
Op een aansluiting waarachter een lokale productie staat (bv. zonnepanelen), draait de teller in de positieve richting (meer afname, optelling) als de energie van het net naar de end user vloeit en in de negatieve richting (aftelling) als de energie in de omgekeerd richting het net opgaat (injectie). De situatie kan dus ontstaan waarmee het verschil tussen 2 opeenvolgende meter opnames nul is, als over deze tijdspanne de afgenomen hoeveelheid (opgeteld gedurende de afname momenten) gelijk is aan de geïnjecteerde hoeveelheid (afgeteld gedurende de injectie momenten). Dit verschil kan ook negatief worden, als de totale injectie over de periode groter is dan de totale afname. In ieder geval zal dit verschil altijd kleiner zijn dan de afname, die zou bestaan als geen injectie gebeurde (van gelijk welke hoeveelheid dan ook), waar er lokale productie bestaat. Dus, ook in de huidige tarieven structuur die op energie gebaseerd is, ontstaat er een probleem bij het gebruikt van de afname als maatstaf, want ook als je afneemt kan de situatie voorkomen waarmee je niets betaalt zodat de gepresteerde dienst niet vergoed wordt.
Laten we als voorbeeld nemen een aansluiting waarachter zonnepanelen staan. Stel dat vóór de installatie van de zonnepanelen de afname (dus het verbruik ook) 3.500kWh per jaar was (zeer klassieke gezinsafname in België) en dat het aantal zonnepanelen gekozen werd om even veel te produceren (3.500 kWh geproduceerd per jaar dus). Het verschil tussen 2 opeenvolgende meter jaaropnames, zal nul zijn (als de totale zonne straling over het jaar het juiste was om het verbruik exact te compenseren). In de praktijk zal dit verschil schommelen om de nul (op een jaar positief, op een ander jaar negatief). Een kleine parenthese hier (ja,nog een, sorry), de sector is vol van kleine regeltjes, onder deze de begrenzing van de afname (aan de lager kant) op nul: een negatief verschil zal niet leiden tot een terugbetaling aan de end user. Maar dus, de jaarlijks opgenomen afname is geen verspiegeling van de realiteit van het gebruik van het net. Wat dan wel ?
De perfecte realiteit zou vereisen dat de afname en de injectie op elke ogenblik opgeteld worden, zodat het gebruik van het net (in welke richting dan ook) kon gemeten worden. Zonder te ver in te gaan op theoretische beschouwingen over energie meting op ogenblikkelijkheid, nemen we hier het kwartier als basis ogenblik, omdat dit ook de kleinste herkende tijdspanne is in gans de sector in België voor de meting van elektriciteit. Dus ook als binnen een kwartier, de end user afnemend kan zijn gedurende een aantal minuten en injeceterend zijn over de andere minuten, zullen we deze op- en af- tellen binnen elke kwartier en het resultaat waarnemen (afnemend minus injecterend) over deze tijdspanne. Dit kan rechtvaardigd worden, maar overschrijt van ver het doel van dit artikel, hier nemen we het voor juist dus.
Zo’n teller bestaat en is trouwens geïnstalleerd bij grote afnemers (bedrijven), maar de kost hiervoor aangerekend is niet verdaagbaar voor een particulier (men spreekt vaak van ca. 800€/jaar, alléén bij sommige netbedrijven vindt men een tarief van ca. 150€/jaar voor deze type tellers voor particulieren, wat toch al 140€/jaar duurder is dan voor een gewone teller). Waarom is het zo duur is een andere vraag, des te meer dat slimme meters het zelfde (kunnen) doen (en misschien meer), buiten de data transmissie om 15’ (die op heden minder dan 10€/jaar zou kosten, via de M2M technologie), voor een kost die veel lager is (naar goed geïnformeerde bronnen zou dit minder dan 20 à 50€/jaar kosten, afschrijving van de investering inbegrepen).
In afwezigheid van zo’n teller kan de reële afname en injectie pas geschat worden. Om dit te doen, is het noodzakelijk het verbruik (ja het verbruik niet de afname) en de productie (ja, niet de injectie) over het jaar te modeliseren. Het komt erop neer het verbruik te berekenen dat had bestaan als er geen zonnepaneel geïnstalleerd was en gepaard, de productie te berekenen die had bestaan als er geen verbruik erbij stond.
In de schema onderaan zien we dat als de aansluiting geschetst is als een doos waarin de afname (A) en de productie (P) erin vloeien en de injectie (I) en het verbruik (V) eruit vloeien, de som van de ‘in’ minus de som van de ‘uit’ moet nul zijn (anders wordt er energie in die doos geaccumuleerd, wat zou leiden tot het smelten van de aansluiting, of verder). We hebben dus: A + P = V + I, wat ook erschreven kan naar V = A – I + P of V – P = A – I. Het verbruik is dus gelijk aan de afname minus de injectie plus de productie. Of anders bekeken, wat geproduceerd is kan verbruikt worden of naar het net geïnjecteerd worden. Of, als het verbruik groter is dan de productie, dan compenseert de afname het verschil. Of … alle varianten die de vergelijking respecteren.
A en I zijn eerder de consequenties van V en P. Dus, door het modeliseren van V en P, kunnen we het verschil A – I modeliseren. En dan, als we A – I weten (het verschil tussen 2 opeenvolgende meter opnames), kunnen we de berekening de stroom opwaards terugvolgen om tot V en P te komen.
Om V te modeliseren, gebruikt de sector categorieën van end users (bv. particulieren met voornamelijke piek verbruik, particulieren met omstandige dal verbruik, bedrijven met lage aansluitingsvermogen, bedrijven met hoge aanlsuitingsvermogen maar nog op laagspanningsnet verbonden, bedrijven op hoogspanningsnet verbonden). Voor de 4 eerste categorieën zijn er standaard verbruikscurven opgesteld, via modelisatie en statistische analyse van specifieke metingen. Die curves zijn ongeveer 1 jaar op voorhand gepubliceerd (bv. eind 2016 voor 2017), ze geven de energie fractie, die op elk kwartier gealloceerd wordt, van het jaarverbruik (het verschil tussen 2 opeenvolgende opnames herleid naar een volledig jaar). Ze zijn natuurlijk fout op kwartier basis per end user, maar komen wel goed op het globale (geagregeerd) net niveau. En als we deze (geagregeerd) per dag bekijken, komt het ook goed dichtbij de realiteit, buiten uitzonderlijke (bv. klimaat) omstandigheden. Hierna als voorbeeld de som per maand van de curve voor particulieren met voornamelijke piek verbruik (S21 curve), voor 2015.
De sector heeft al lang (meerdere decennia) ervaring met het opstellen van die type curves. Doch kunnen ze geen rekening houden met de situatie bij elke end user. Als je een maand weggaat met verlof in de winter i.p.v. in de zomer, zal dit een serieus verschil maken.
Gebruik makend van deze curve is het verbruik bv. in maart 9,05% van het jaarverbruik, voor een jaarverbruik van 3.500kWh is dit ca.317kWh. Verder dan de cijfers zelf, is het duidelijk dat er minder verbruikt wordt in de zomer dan in de winter.
Nu dat we V gemodeliseerd hebben, moeten we het nog doen voor P. Voor zonnepanelen is dit de conversie van de zonnestraling in geproduceerde energie. Deze informatie kan, gemiddeld voor al de in België geïnstalleerd zonnepanelen te samen, vanop de site van Elia, verkregen worden. Na een paar basis berekeningen krijgt men kwartier fracties waarmee het geïnstalleerd vermogen van de zonnepanelen vermenigvuldigd kan worden. Deze fracties zijn dus equivalente uren, want vermogen maal tijd geeft energie. Deze fracties zijn dus niet vergelijkbaar met de verbruiksfractie, die geen eenheid hebben (energie maal waarde zonder eenheid geeft energie). Hierna een grafiek met het gemiddelde equivalente uren per dag, genomen over 901 opeenvolgende dagen over 2012-2015.
De agregatie per maand geeft de volgende grafiek.
De modelisatie van P is nog verder van de realiteit dan de modelisatie van V, want de zonne straling (of de bewolking) is niet op voorhand modeliseerbaar over een jaar, noch over een dag (buiten uitzonderlijke situaties). Ook als we de curve ‘na de feiten’ nemen, dus a posteriori, op basis van wat geobserveerd werd, ontstaan er substantiële verschillen tussen installaties, want de productie is afhankelijk van de orientatie (t.o.v. het Zuid) en van de hoek die de panelen maken met de horizontale. We keren straks hierop terug.
Voor het moment laten we maar veronderstellen dat zonnepanelen geïnstalleerd zijn en een vermogen hebben die laat toe, over een jaar, het jaarverbruik te annuleren op afname niveau. I.a.w. het vermogen van de zonnepanelen staat om de 3,5 kW (ca. 17 panelen, in de praktijk eerder 18 maar dit is een ander verhaal), zodat ze over 1.000 equivalenten uren 3.500kWh produceren. In deze situatie (jaarverbruik van 3.500kWh en 3,5 kW zonnepanelen), kunnen we V en P verdelen over de maanden. In maart hebben we al gezien dat V zou 317kWh bedragen en met de grafiek hierboven zien we dat P zou 3,5 kW vermenigvuldigd met 86h (equivalente uren) bedragen, dus 301 kWh. De afname over die maand schijnt dus 317-301= 16 (kWh) te bedragen. Maar als we de evolutie per dag bekijken, krijgen we een ander beeld van deze geagregeerde 16 kWh:
Op verschillende zonnige dagen, is er geen afname maar wel een injectie, op bewolkte dagen is het verbruik groter dan de productie, wat resulteert in een afname, op sommige zeer zelden dagen is de afname (en de injectie) nul (ze compenseren elkaar of bijna). Zouden we nog dieper in zoomen (bv. tot kwartier niveau), dan zullen we op elke dag (ook waarop het totaal per dag injecterend is) momenten observeren waarop er afname bestaat (bv. na zonsondergang) en andere momenten waarop injectie bestaat (op de momenten waarop de productie hoger is dan het verbruik).
Als we terug over het jaar bekijken, krijgen we het volgende:
We zien duidelijk dat de afname in de winteren herfst maanden gebeurt en de injectie in lente en zomer maanden gebeurt. We weten ook dat op elke dag in de zomer maanden, momenten bestaan waarop afname bestaat, ongeacht het eventuele netto injecterend resultaat van de dag. Het totaal over het jaar van de afname bedraagt 1.087kWh, voor de injectie is dit 1.094kWh, voor een saldo dat quasi nul is (7 kWh injecterend).
Met die cijfers, zou een netbeheerder zeggen dat de end user het net gebruikt voor 1.087kWh afname en voor 1.094kWh injectie, au totaal dus voor 1.087+1.094 = 2.181 (kWh). Met een inzoom totop kwartier niveau zou dit nog een beetje hoger komen.
Ik probeer hier niet te vertellen dat de netbeheerder deze optelling moet factureren, noch dat dit rechtvaardigd is, we kijken voor het moment alleen naar de energie stroomen en vergeten ook niet dat een tarifiëring op energie termen baseren niet in relatie is met de net kosten. Verder, de lokaal geïnjecteerde energie door één end user kan de afname van andere end users in de buurt voeden, zelfs zonder dat deze energie verder dan de kabine op de hoek van de straat door moet, dit op zijn minst gedurende een groot deel van het jaar. Alléén in wijken waarin zeer veel zonnepanelen geïnstalleerd zijn, moet de injectie verder op het net geëxporteerd worden, maar nooit tot op het hoogspanningsnet (waarop de centrales en de gigaverbruikers aangesloten zijn), terwijl de afname bijna altijd vanuit de hoogspanningsnet tot aan de end user moet doorsijpelen. De afname en de injectie zijn dus niet gelijk qua gebruik van het net, de injectie is veel meer gelokaliseerd. Historisch waren de net kosten zelfs gratis voor de injectie, het net gebruik wordt betaald door de afnemers. Is dit juist of niet, is ook een ander verhaal.
Met al die elementen voor ons, kunnen we duidelijk zeggen dat tarieven op afname en injectie baseren zou gelijk zijn aan een huis op zand te bouwen, er zitten zo veel veronderstellingen in dat de uitkomst van de berekeningen zeer ver van de realiteit zullen zitten, alléén op globaal niveau kan dit kloppen nooit op end user niveau. Verder, een juiste onderscheiding tussen injectie en afname op gegenereerde kosten niveau is zo goed als onmogelijk. Zeker wetend dat de net kosten niet in relatie zijn met de energie termen.
Misschien is dit een lange omweg om tot iets evendoudigs te komen en lijkt het een tijdsverlies te zijn. Misschien, maar nu weten we ook waarom en kennen we de argumenten die ons toelaten erover concreet te spreken.
Met al deze informaties, laten we opnieuw kijken naar ons doel: de zonnepanelen en de netkosten. Energie termen moeten we van de tafel afvegen en vermogen termen zijn maar in een beperkte mate aan de netkosten gerelateerd. De invloed van de zonnepanelen kan positief zijn, maar alléén gedurende een deel van het jaar. In feite is het net een samenstelling van toestellen die staan, of ze al dan niet gedurende een deel van het jaar gebruikt worden verandert er hier niets aan hun kosten. En de onderhoudskosten en exploitatie kosten zijn verbonden aan deze samenstelling plus andere (meer administratieve) activiteiten die eerder gebonden zijn aan het aantal aansluitingen op het net.
Die administratieve kosten betreffen de niet operationele organisatie (personeel beheer, opleidingen, boekhouding, IT uitrusting… alle zaken die bij elk bedrijf moeten en niet direct bijdragen aan de maatschappelijke activiteit), het beheer van het aansluitregister, het beheer van de klantendienst, de meteropnames activiteit (inclusief de validatie). We kunnen al die taken groeperen onder een vaste noemer (de niet operationele organisatie) en een kost die eerder per aansluiting onstaat (aansluitregister, klantendienst, meteropnames). Die vaste noemer is zelfs gerelateerd aan het aantal personeelsleden en kan dus opgesplitst worden op alle andere kosten in functie van het aantal personeelsleden in elke groep.
Als we alles samenvatten, hebben we dus onze netkosten die niet in relatie zijn met de afname, noch de injectie, die zo goed als niet beïnvloed zijn door de zonnepanelen en eerder afhankelijk zijn van het aansluitingsvermogen en het aantal aansluitingen.
Het aansluitingsvermogen is het maximaal vermogen waarop de energie op een aansluiting beleverd kan worden, maar omdat niet iedereen gelijktijdig zijn maximaal vermogen gebruikt, is de aansluiting van de kabine (naar opwaards, naar het hoogspanningsnet) kleiner dan de som van de individuele aansluitingsvermogens van alle aansluitingen op de kabine verbonden (naar afwaards, naar de end user toe). Deze factoren zijn wel bekend door de netbeheerders, ze dimensionneren het net en de kabines o.a. op die basis.
Als we denken aan de kabel die de end user aan de kabine verbindt, zien we niet ver genoeg. Deze kabel zou op zijn eentje niets leveren, hij heeft een voortlenging tot op het hoogspanningsnet. We zouden deze ons kunnen inbeelden als een virtuele leiding die uit de kabine loopt tot aan de hoogspanningsnet (eerder tot aan de centrales). Omdat het net gemazen is en meerdere centrales erop staan en aangezien ons land ook op Europees vlak verbonden is, zou die virtuele leiding eerder een boom zijn. Maar zo ver moeten we niet gaan, het is genoeg te weten dat de kabel kosten gerelateerd zijn aan het aansluitingsvermogen en deze een weerspiegling van de kosten tot aan de bronnen dient te dekken.
Drie conclusies komen dus uit onze wandeling door de net kosten:
- de netkosten zijn niet gerelateerd aan energie termen zodat ze op energie termen aan te rekenen tot absurde situaties leidt
- de netkosten zijn eerder gerelateerd enerzijds aan het aanslutingsvermogen en anderszijds aan het aantal aansluitingen op het net
- als de zonnepanelen (of de decentrale productie op zijn algemeen) een invloed hebben op de netkosten zou deze invloed eerder een verlaging dan een verhoging betekenen.
Deze conclusies betreffen alléén de zuivere netkosten, dus niet de beleverde energie (waarvan de kosten rechtstreeks verbonden zijn aan de energie prijs en afgenomen energie hoeveelheid) noch de taksen waarvan de grond altijd een politische aarde heeft (die dus technisch moeilijk uitlegbaar is).
De hoogte van de netkosten schatten vereist een andere type analyse, we kunnen toch wel al melden dat netkosten (taksen uitgesloten, energie levering uitgsloten, voor een jaarafname van 3.500 kWh), BTW exclusief en gerapporteerd op de afname, omdat deze de huidige maatstaf is, in 2017, tussen 120 à 130 €/MWh zit, terwijl de vervoerde energie maar 50 à 60€/MWh kost, moeilijk te rechtvaardigen zeker t.o.v. de netkosten die van toepassing zijn voor aardgas (om de 12 €/MWh netkosten, een tiende van die voor elektriciteit, t.o.v. een energie prijs van 22 à 27 €/MWh, voor een jaarverbruik van 20.000 kWh).
Ook niet vergeten dat de totale prijs voor elektriciteit ook veel taksen nog bovenop krijgt, inclusief de kosten van de groene certificaten, het totaal aan taks bedraagt op heden ca. 30 à 40€/MWh. Bovenop, betalen de eigenaars van zonnepalenen ca. 90€ per geproduceerde MWh, eigenlijk om de omzetverlies van de netbeheerder te compenseren. De (volledige of gedeeltelijke) afveging van de afname wordt hiermee teniet gedaan. Au totaal een dure appel te bijten, want ook met een rendement van slechts 25% zou een gasmotor elektriciteit opwekken tegen een prijs van ca. 150 €/MWh ( [ 25 €/MWh + 12 €/MWh] / 0,25 = 37 €/MWh x 4 = 148 €/MWh ) tegen meer dan 210 €/MWh ( 125 €/MWh + 55 €/MWh + 35 €/MWh = 215 €/MWh) voor de elektriciteit die van het net afgenomen wordt. De ultieme decentrale elektriciteitsproductie (gas generator in elk huis) lijkt dus economisch goedkoper te zijn dan de door het net verdeeld centrale productie (op een veel hoger rendement) van elektriciteit.
Laten we ons onderzoek van hierop door elke geïnteresserde verder brengen en laten we herhalen dat er voor 2019 al voorstellen liggen om de nettarieven op het aansluitingvermogen te laten slaan, dus niet meer op de afgenomen energie, terwijl de taksen nog altijd de afgenomen energie als maatstaf zouden blijven gebruiken. Er komen hier toch zeker wat vragen bij, zoals hoe hoog zullen deze tarieven zitten ? en hoe kan elk ieder zijn aansluitingvermogen in handen nemen of bepalen ?
In functie van de antwoorden zullen batterijen en/of huisgeneratoren op de scene treden en misschien ook al ‘load defection’ (end users die niet meer met het net willen verbonden zijn). Onze energie wereld staat dus nog ver van een stabiele en evenwichitge situatie, wat ook ruimte biedt voor creativiteit.